Het Rode Kruis roept op tot meer publieke en politieke aandacht voor het dodelijke jaar voor hulpverleners. 2024 is het gevaarlijkste jaar om hulpverlener te zijn. Niet eerder kostte het redden van levens zoveel mensenlevens: ten minste 285 hulpverleners kwamen al om door geweld. Het Rode Kruis verloor 38 collega’s, de meesten in Gaza en Soedan. Vandaag tussen 11 en 12 uur organiseert de hulporganisatie daarom een manifestatie en herdenking bij de Tweede Kamer in Den Haag.

"Dit zijn mensen die op weg waren om voedsel te brengen naar uitgehongerde kinderen. Die in een ambulance reden om levensreddende hulp te bieden. En naast levensredders, zijn het ook nog vaders, moeders, broers en zonen", vertelt Harm Goossens, directeur van het Rode Kruis. "En terwijl hulporganisaties van de daken schreeuwen dat hulpverleners nóóit een doelwit mogen zijn, blijft het op het internationale toneel stil. Waarom kan het de wereld niets schelen? We hebben iedereen – en vooral de politiek – nu harder nodig dan ooit."

Het Rode Kruis organiseert vandaag wereldwijd manifestaties en herdenkingen. Van Nigeria tot Griekenland, van Singapore tot Panama. In Nederland staan 100 vrijwilligers en medewerkers bij de Tweede Kamer in Den Haag. Uniek, want de hulporganisatie organiseert vanwege de neutrale en onpartijdige rol vrijwel nooit een protest.

Goossens: "Onze hulpverlening staat onder druk door dit geweld. Als wij ons werk niet veilig kunnen doen, krijgen mensen minder levensreddende medische hulp en voedselhulp. Dat accepteren we niet. Elke keer dat een hulpverlener wordt gedood, betekent het dat er één iemand minder is om zich in te zetten voor een ander. Een aanval op hulp is een aanval op hoop."